Islands in the Stream* is een postuum uitgegeven roman van Ernest Hemingway (†2 juli '61). Het eerste deel speelt op een eiland van de Bahama's, waar de kunstschilder Thomas Hudson zijn zoons uit twee eerder geëindigde huwelijken ontvangt. Zijn huis staat aan het strand van een eiland waar toeristen komen. Er zijn een haven en een bar. Er wordt stevig gevochten, gedronken en gevist.
Het is gevaarlijk om er met snorkel en speer gewapend te vissen bij eb; het vissenbloed dat de zee in trekt kan haaien lokken. Er is ook een uitputtende manier om vanuit een stoel op een schip een zwaardvis binnen te hengelen door hem te vermoeien. Er is altijd vermaak. Zo niet dan kan je gewoon een bootjesman met te grote mond in elkaar meppen alsof het een pinata is.
Hiermee is het eerste deel Bimini van
het boek samengevat. Hoewel er zijn nog wel de klein vertelde grote
zaken van het leven, die een belangrijke rol spelen in de roman, maar
die hier niet verklapt worden, hoewel ze het boek diepte en glans
geven. En er zijn de gedachten en observaties van Hudson, zoals dat
zijn vriend Eddy gelukkig wordt van iets dagelijks goed doen (zoals
schrijven) of dat hij zelf beseft dat verdriet om groot verlies niet
verdwijnt en als het dat wel doet dat het dan geen echt verdriet is.
Het boek verscheen in 1970, maar de delen ervan werden geschreven in de jaren 1950-51. De strijd tussen mens en vis kwamen we al tegen in het laatste nog door de schrijver zelf uitgegeven werk uit 1952. Hoewel in The old men and the sea (in juli 2022 besprak ik het) ging het om een broodvisser in een kleine boot. Hier gaat het om een motorschip met koelkast in de kajuit die bedoeld is voor pleziervangst. Ook in Islands in the stream wordt de uitputtende strijd met een tegenstander van onderwater uitgesponnen (meer dan dertig pagina's van de 450), maar is bedoeld om van een jongen een man te maken en dat gaat gepaard met pijn en spierballen. Mannenkracht speelt een belangrijke rol in het verhaal. Hier is de vis daarvan het slachtoffer. Al ziet de zoon van Hudson, die hem aan de haak sloeg, hem met een verwrongen visie als een vriend. Ook dat fenomeen kenden we al. De oude visser zag zijn marlijn ook zo. Dat het me daar neit stoorde onderstreept het verschil in de situatie van beide door Hemmingway geportretteerde vissers.
Overigens is het boek ingekort bij het gereedmaken voor uitgave vermeldt Mary Hemingway (de vrouw van de schrijver) in een opmerking vooraf. Er is niets aan de woorden van haar man toegevoegd. Het is geheel het boek van Ernest, schrijft ze met juridische precisie. Literair valt daar wel wat bij op te merken. Het is niet alleen ingekort, maar ook samengesteld uit verschillende delen van het nagelaten werk. De schrijver werkte aan een trilogie over de zee (The sea book) verdeeld in: 'De zee op jonge leeftijd' (hier hernoemd als Bimini); 'De zee bij afwezigheid' (speelt in/rond Havana en werd Cuba); en 'De zee in 't zijn' (At sea herdoopt). Hemingway schreef ook nog het verhaal Jacht op zee dat zijn vrouw en redacteur Charles Scribner Jr. aan de drie delen toevoegden. Het boek werd na zijn dood kortom uit teksten gebouwd en uitgebreid en het zo aangepaste The sea book kreeg als titel Islands in the Stream.
Het tweede deel Cuba is geschreven zonder
hoofdstuk indeling. Het is wel in drie bedrijven te verdelen. Het
speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog en opent met het van zee
terugkeren door Hudson naar zijn huis op Cuba. Hij geniet er
tientallen pagina's lang vooral van zijn katten Boise en Goats.
Daarna vertrekt hij om zijn bevindingen op zee te rapporteren aan de marine attaché. Onderweg naar de stad – je zou de rit een entr'acte kunnen noemen – zegt zijn chauffeur dat hij thuis slecht eet.
“Je moet een hond nemen,” reageert Thomas Hudson daarop.
De chauffeur zegt dat hij al een hond heeft en dat zijn baas niet
beseft en waardeert dat hij alles heeft en voor de Cubaan de oorlog
gebrek betekent.
Als
vervolgens in Havana zijn contact niet aanwezig is, belandt Hudson in
een bar waar hij de ene na de andere cocktail achteroverslaat om verdriet te verdrinken. De kleur van die drankjes wordt beschreven
analoog aan de kleuren van rivieren. “Iets meer whisky erbij dan
krijg je de kleur van een stroom die uit een ceder moeras komt om in
de Bear River uit te komen op een plaats die Wab-Me-Me wordt
genoemd.” Hij weet niet meer wat die naam betekent, alleen
dat het komt vanuit de wereld van de oorspronkelijke bewoners. Een
leuke klank om drank te beschrijven. Verder niets?** Overigens is de
drank die hij er drinkt (dubbelgevroren daiquiri) licht geel van
kleur. Hij vertelt over de vondst van wolfraam in Nam Yung (of
Namyung, nu Nanxiong) in aanloop naar een prettig verhaal over
liefdes om zijn stemming te verbeteren. Hij heeft drank en verhalen
nodig om het verdriet te verdrijven.
Het slot van dit deel start als zijn eerste
elegante ex-vrouw de bar binnen zweeft. Samen gaan ze vervolgens naar
zijn huis. Met hun samenzijn eindigt het deel op Cuba geheel
in de stijl van het begin met de spinnende Boise.
Op
zee begint met een onderzoek naar een moord op een kleine
vissersnederzetting en draait vervolgens om de zoektocht naar de
daders, de bemanning van een gezonken Duitse onderzeeër. De lezer
vaart mee tussen de kleine eilanden bij Cuba, de zogenaamde keys.
Het geeft een kleurrijk beeld van de omgeving en hier en daar wordt
ingezoomd op de vogels die landen op de droogvallende platen, zoals
de flamingo's: “Het is niet alleen hun kleur, dacht hij. Het is
niet alleen het zwart op dat roze. Het is hun grootte en dat ze in
detail lelijk zijn en toch pervers mooi. Het moet een heel oude vogel
zijn uit de vroegste tijden.”*** Vogels kleuren hier het
verhaal en naast de pelikanen zijn er ook lepelaars, plevieren en
ibissen. Hun al dan niet opvliegen is ook een signaal voor
aanwezigheid van mensen.
Hudson is ondertussen gestopt met
drinken. Hij is overgestapt op thee. De bemanning van zijn schip
vindt het verkeerd en smeekt hem weer te gaan drinken en hij geeft
toe. Ze verzoeken hem door verdriet gedreven niet roekeloos te
worden, maar de veiligheid van het schip in het oog te houden. Naast
de drank is de plicht iets wat hem overeind hield. Hij had kunnen
schilderen of iets nuttigs kunnen doen, maar misschien is plicht wel
simpeler, bedacht hij zich. Die inzet duwt zelfs het verdriet naar de
achtergrond. Naast het eerder genoemde werk als remedie is dit een andere
oplossing in de zoektocht naar hoe te kunnen leven en functioneren.
Tot een paar kogels ook dat tweede onmogelijk maken en misschien
beide wel.
Het is een 'meer voor mannen'-boek, met mooie
vrouwen, bruin verbrande koppen, machismo, vechtpartijen, met
veel, heel veel drank, verstopt en oneindig verdriet, en af en toe
wat gevoeligheid. Het is zeer vlot en beeldend geschreven en
daarom toch plezierig om te lezen.
Noot:
*
De volledige tekst is hier
te vinden.
** Wab-Me-Me was de naam van Witte Duif een Winnebago. Zie voor een foto van hem hier.
Op de illustratie is het de oude man op de meest linkse foto. Als schrijver uit de VS kon je een inheemse naam gewoon gebruiken om je verhaal op te fleuren, blijkbaar, zonder enig gevoel met de mens er achter; hij wordt zelfs als persoon ontkent en teruggebracht tot een geografische locatie.
***
Dat laatste is nog steeds niet duidelijk, maar vermoedelijk bestaat
de soort inderdaad al ruim
30 miljoen jaar.







































