zaterdag 17 juni 2023

The poor man's son

 

The poor man's son van Mouloud Feraoun ben ik gaan lezen, omdat het boek genoemd werd in een roman die ik eerder las over een uitgever in Algiers.

In het voorwoord door James D. Le Sueur wordt verteld hoe het leven van de schrijver en van de protagonist overlappen. Het betekent niet dat, die tweede, de jonge Fouroulou er voortdurend goed van afkomt. Hij pest zijn zusjes en wordt door vrijwel iedereen, behalve zijn tante, de hand boven het hoofd gehouden. Kortom een verwend kereltje. Wees blij dat je een broertje hebt, zo wordt zijn pestgedrag vergoelijkt en worden zijn zusjes vermaand. Maar verder is het een voorbeeldige zoon.

Kabylië
De roman brengt je naar een klein dorp in het Noord-Algerijnse Kabylië, een Berber gebied. Het leven was er in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw schraal, intiem, strak georganiseerd, gevormd rond de familie en de oogst van olijven, vijgen en gerst. Meisjes werden kort gehouden. Jongens opgeleid tot werkkracht voor op het land. Ruzies werden uitgevochten. Het is sober en toch beeldend verteld zodat het lijkt alsof je er bij was. Maar dat is maar schijn. Vermoedelijk zou een Westerling van nu al snel aan het arme leven bezwijken.

Gastarbeid
Mannen gaan werken in Frankrijk om wat geld binnen te brengen. Soms gaat dat goed en komt er inderdaad geld terug. Vaak gaat het mis en blijven vrouw en kinderen achter zonder inkomen of kost de trip naar het land van de kolonisator alleen maar geld en blijft men juist achter met schulden.

Leren
De zoon van de arme man wil wat anders. Hij wil leren. En dat lukt. Niet gemakkelijk. Het thuisfront werkt hem niet tegen als blijkt dat het niets kost en hij zelfs geld overhoud van zijn beurs, maar interesse is er ook niet. Fouroulou vraagt zich af of vaders die moeten zorgen voor volle buiken wel stil kunnen staan bij jonge hersens. Hij haalt de hoogste vorm van onderwijs in Algerije École Normale (en is daarmee een uitzondering). Het onderwijs vervreemd hem enigszins van de familie mores. Hoe benauwd die zijn? Lees maar. Hij wordt dorpsonderwijzer met een inkomen, waar al diepe gaten ingeslagen zijn voordat hij zijn eerst franc verdient en dat is dan nog het meest onschuldige aan die banden.

Gelijkwaardigheid
Het lijkt een mooi geschreven versie op het sprookje van de arme jongen die een kans krijgt en zich ontwikkelt naar een volwaardiger leven. In de laatste pagina's wordt dat sprookje toch enigszins op losse schroeven gezet. In een paar zinnen worden de Fransen benoemd, die hij voor zijn schoolopleiding nooit zag en daarna alleen nog op afstand. Achteraf bedenkt hij zich ook dat het egalitaire onderwijs bij nadere beschouwing toch niet zo gelijkwaardig was. De start was al ongelijk. Achtergrond en klasse bepaalden onderlingen relaties. De arme begon met een achterstand. Dat bleek bijvoorbeeld tijdens uitstapjes naar de stad zonder schooluniform. De kleren maakten de man. Hij kon makkelijker overweg met de zoon van de arme Spanjaard, Jood of Arabier dan met de zoon van een advocaat geboren in Algerije.

Oorlog
Het boek is ingedeeld in vier hoofdstukken: Familie, De oudste zoon, Oorlog en een Epiloog. De oorlog wordt in Kabylië eerst gezien als iets goeds. Het zou de vastgelopen samenleving omschudden, zodat iets nieuws zou ontstaan, iets beters dan de bestaande ellende. Bovendien was hij ver weg in Europa. Ook toen al waren onze oorlogen niet hun oorlogen. Als Frankrijk zich aansluit bij het Duitsland van Hitler wat levert dat op voor Kabylië is de vraag die de bewoners zich in eerste instantie stellen. Maar de oorlog van Pétain zou met armoede, uitbuiting en honger dichterbij komen. Pas dan is het ook de oorlog van Noord-Algerije.

Naam
De naam van de schrijver, Feraoun (Farao), werd de familie opgelegd door een Franse officier die de familie dwong onder deze Arabische naam te leven. De schrijver leefde tot zijn dood echter onder de eigen oorspronkelijke naam, Aït Chaâbane. Het is dan ook vreemd dat niet die naam (eveneens) prijkt op de kaft.

Ironie
In 1962 werd Mouloud Aït Chaâbane door Franse doodseskaders van de Organisation armeé secrète (AOS) met vijf collega's vermoord tijdens een vergadering waar het onderwijs werd gepland voor het Algerije na het koloniale tijdsperk. Want net als Fouroulou in het boek werd ook de schrijver gedreven door het geven van les en het belang van humanisme en verzoening. Le Sueur sluit zijn voorwoord af met de opmerking:

“Dat Feraoun feitelijk is vermoord door een Fransman, omdat hij onderwijzer was die bleef geloven in de Franse humanistische traditie, zelfs in de dagen vlak voordat Algerije werd bevrijd van eeuwenlange onderdrukking, is misschien de wreedste en meest ontwrichtende van de vele ironische voorvallen in zijn briljante, vroegtijdig geamputeerde, leven.”

Gelezen met dank aan de kleine bibliotheek in Algiers. Zo heb ik zonder te reizen toch een uitstap naar Rue Hamani in Algiers gemaakt om daar een boek te lenen.


Of het helemaal pasend is om deze foto van het einde van een kilometerteller hier te plaatsen.
Ach waarom niet. Hij deed het net niet lang genoeg om het klokje rond te rijden (94985).
Normaal gesproken was dat in oktober geweest.

Geen opmerkingen: