De ochtend verliep voorspoedig door Frans landschap met kastelen en reclame voor de McDonald, over de Loire en langs het kanaal richting Roanne.
In mijn hoofd zit geen richtingsgevoel en kan me overigens ook slecht oriënteren. Op mijn telefoon kijk ik welke kant het pijltje op wijst van de GPS-track die ik volg. Dat doe ik uit veiligheidsoverweging het liefst steppend voor ik me tussen het fossiele verkeer begeef. Niet elke wandelaar rekent daarop. Minimale botsing, maar daar lag ie: ster en barsten in het scherm. Met een pleister hoop ik het verder heel te houden.
“Wacht niet tot de tijd rijp is om
iets |
Renaison uitrijdend miste ik een afslag. Al kilometers naar boven getrapt. Dan zie ik dat ik aan de andere kant van de stuwdam moet zijn. Over die dam kan je fietsen, maar om daar te komen moet je een hoge trap af. Eerst in twee keer de tassen naar beneden en dan de fiets zelf. Aan de andere kant is een haarspeldboswandelpad naar de gebouwen die bij de daminfrastrucuur horen. Nog steeds ging het, maar ik had er wel flink wat energie ingestoken. Die was eigenlijk nodig voor een lange klim die volgde.
Boven regende het en misschien dat dit de reden was dat ik – hoewel de informatie niet klopte met de situatie ter plekke – ik vond dat ik toch maar acht kilometer voorzichtig in de regen naar beneden moest rijden. En dan weer hetzelfde stuk naar boven. Langs de weg
stonden borden met daarop de duur van de klim en de hellingsgraad. Tenminste als ze niet door een souvenirjager waren afgeschroefd. Onderweg kwam ik wel een heel mooi blauwtje tegen. Maar de vraag blijft waarom ik zomaar impulsief wat deed. Zo doe je wel extra lang met je reisgids. Dertig kilometer minimaal vandaag. Dat is twee uur trappen in mijn tempo op een te zwaar beladen fiets.
Mijn tentje stond, vlak bij was een supermarkt. Alles in orde. Die camping was nog volledig in Covid-sfeer met om-en-om afgedekte wastafels.
|
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten