maandag 15 juli 2024

Drie novellen

Drie novellen is het boekenweekgeschenk voor 1939 onder redactie van Emmy van Lokhorst en Viktor E. van Vriesland.* Bij verschijnen is het al oorlog in Europa en het helemaal losbreken ervan is nog maar een paar maanden weg. In het geschenk is daar niets van te merken. Het draait om het versterken van de “liefde tot onze schone letteren.”

            ---

Het begint met Huwelijk, een novelle door Antoon Coolen over de relatie tussen een boerenzoon en -dochter. Van de tweede is de vader kort daarvoor overleden. Ze woont aan de rand van de ontgonnen wildernis, maar achter is het woeste woud nog overeind blijven staan, alsof het er altijd nacht is. Je vermoedt in die schets een metafoor voor leven en dood.

De woorden staan, waar ze moeten staan, maar dat is wel eens gewoonweg saai. Anderzijds wordt hier fijngevoelig een vrouw beschreven die doet wat ze wil doen, en daar met ziel en zaligheid voor gaat, ook als dat tegen haar eigen belang in lijkt te gaan. Dat de omgeving daarop met bekommernis reageert en de ernst ervan miskent, betekent dat die niet alleen onhandig probeert te helpen, maar ook de overwogen keuze en het gevoel van de vrouw ontkent en ontkracht. Wat je ook van de conservatieve katholieke sfeer vindt die over het verhaal hangt, Coolen heeft hier in heldere streken een doorzetser neergezet, al is het einde wat te dramatisch.

De schrijver is
aan het eind van de 19e eeuw geboren in Wijlre/Wielre in Limburg. Hij schreef over Limburg en de Peel. Schetst hij hier een waarheidsgetrouw beeld van het boerenleven daar zo'n honderd jaar geleden? Vermoedelijk. Dat betekent dat je even een blik over je schouder kan werpen naar een tijd dat mijn ouders niet eens geboren waren in een grotendeels andere wereld.

           ---

De vele wonderlijke dingen waarvan hier verhaald zal worden, gebeurden in het land der Barito-Dajaks, toen Controleur Herman Allard en zijn eensgezinde vrouw Duijveke trachtten, de Dajaks - die wilde wezens van het water en het moeras-woud - op te voeden tot menschen.
Ten eenenmale onmogelijk scheen dat.”

Collectie Tropenmuseum: S.S. Selaton
op de Barito, Borneo. Bron wiki
Hiermee opent de novelle Liefde en geweld langs den Barito van Augusta de Wit die speelt op Borneo. Daar gaan we weer, denk je meteen; de Belanda komt, hij oordeelt en voelt zich verheven. Het is driekwart eeuw na een strafexpeditie in de regio rond de Barito, waarbij steenkool voorraden in het gebied een belangrijke rol speelden.

De Wit is de maand voor publicatie overleden en was bij leven communiste en antifasciste.**

Langzaamaan neemt het verhaal steeds meer afstand van de neerbuigende visie. Een passerende oogarts sprak over de Dajaks als “een hoogbegaafd volk” en ja de nobele wilde heeft nog een lange weg te gaan, maar draagt de kiemen in zich van “de schoonste mogelijkheden.” En, zo stelt hij: “Dajaks zijn dichters, muzikanten, kunstenaars, zoals de natuur van den beginne aan heeft gewild dat de mens zijn zou,” maar ook dat het nog dieren zijn. Toch is in dertig pagina's flinke vooruitgang geboekt van onmensen naar een volk met kwaliteiten en “geen denkend mens kan anders dan hen liefhebben”.

Die oogarts ziet de effecten van muskietensteken in het moeras op de ogen van de Dajaks,
“ze hadden bloederige wonden in plaats van ogen.” De Controleur vroeg zich zelfs af of ze geen gelijk zouden hebben als ze de koppen van Westerlingen zouden snellen. De producten van hun land werden gebruik, maar ze kregen er niet eens hygiënische voorzieningen voor terug. Alleen met het stellen van die vraag door een karakter in de novelle neemt De Wit een stevige positie in.

De novelle sluit af met een hoofdstukje over ouderliefde. De kloof tussen de animistische Dajaks en de Nederlandse bestuurders is groot, maar ook dit slot toont het zoeken naar begrip en waardering voor oorspronkelijke bewoners; dat zoeken zit ook al in de titel tussen de botsende begrippen liefde en geweld. De novelle vertelt over de moeizame relatie tussen inheemse mensen en de Westerse kolonist, maar werkt, hoewel moeizaam, naar begrip en toenadering.

Er is koloniale literatuur die de situatie in de buitenposten beschrijft als hels. Dat is hier wat tammer, maar ook hier is het geen pretpark in de natuur. Er zijn grote en kleine beesten die gevaarlijk zijn, giftige planten, en de confrontatie met de ellende van de lokale bevolking hakt er in.
Er is een koloniaal bestuur dat met macht en botheid zijn positie overeind houdt, ook richting de eigen ambtenaren.

In Liefde en geweld... spreekt dat onder andere uit de gang van zaken rond een muskietenkamer, waar je veilig beschermd tegen steken kon zitten. Maar wist de bewoner dan niet dat: “de wet verbiedt enige verandering hoegenaamd aan te brengen in een regeringsgebouw?” De regent beval de bewoner de muskietenkamer af te breken. Kort daarop kwam het huis leeg te staan; de bewoner had moeten vertrekken wegens malaria. De vrouw van de huidige controleur is verbijsterd als ze het verhaal hoort.

            ---

Afgesloten balans is geschreven door Johan van der Woude***. De novelle is vooral een onderzoek in het hoofd van de verteller Pareau naar hoe een relatie misliep tussen twee vrienden van hem, Lea en Maarten, die samen een zoon hebben. Zijn onderzoekingstocht loopt dood als het gaat om de oorzaken van hun manier van elkaar afstoten en kwetsen; die ligt in hun jeugd en daarvan weet hij niet genoeg. Maarten komt daarover tenslotte vertellen om het eind oordeel door Pareau wel mogelijk te maken.

Lange tijd vind ik twee zinnen het meest opvallende van de novelle. Niet omdat ze zo mooi geschreven zijn, maar omdat ze lijken op een nu veel voorkomende taalfout:
“hij heeft zich beseft.” Hier is het: “Ik zag je vanmiddag, maar ik kon mij begrijpen (...)”. En een paar pagina's verder: “(...) het werd hem echter een behoefte zich opnieuw met hem te meten.” Kennelijk was het goochelen met hulpwerkwoorden en voornaamwoorden vijfentachtig jaar geleden ook al in zwang.

Los van de moeizame taal waarin de novelle is geschreven, is het knap werk zo over het denkwerk binnen een hoofd te schrijven; e
r is nauwelijks actie, nauwelijks dialoog. Een relatie te ontrafelen en te laten zien welke waarde dit kan hebben binnen een (aflopende) vriendschap is bovendien een literair thema met betekenis. Er worden herkenbare mechanismen blootgelegd voorkomend uit de wens naar erkenning, egocentrisme en bijvoorbeeld afstandelijkheid. Er worden daarbij absurde beelden geschetst: “Hun huis stond op een vulkaan, waarin de drie mensen afzonderlijk hun horlepiep dansten en toch wanhopig poogden met elkaar in de maat te blijven.”

Als lezer vermoed je een schrijver met een achtergrond in de psychologie. De schrijver is echter begonnen in het familie bedrijf Fa. J. van der Woude & Zoon - Technische bureau centrale verwarmingen, zo is op wikipedia genoteerd. Hij ontwikkelde zich echter steeds meer tot schrijver van artikelen, hij vertaalde en schreef romans en daarbij stimuleerde hij anderen te publiceren, zoals Maria Dermoût.

Noten:
* Op de website van de Nederlandse Bibliotheek is de hele bundel te lezen als pdf, txt of epub of als scan. Dat is inclusief de namen van de leden van het erecomité voor de betreffende boekenweek onder voorzitterschap van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap, Dr. J. R. Slotenmaker de Bruïne en de gezant van de Unie van Zuid-Afrika. Dr. H. D. Broekhuizen. Van Vriesland leverde eerder een bijdrage aan het geschenk van 1932. Van Lokhorst en Van Vriesland zouden samen ook de geschenken van 1940 en 1941 samenstellen.
** Augusta de Wit komt een flink aantal keren voor in:
Waarom schrijf je nooit meer?' Briefwisseling Henriette Roland Holst - Henk Sneevliet, Bezorgd door Nico Marcus.
*** Van der Woudes leverde ook al een bijdragen voor Rondom het boek, het geschenk van 1937. Voor een overzicht van zijn werk zie dnbl.nl.

2 opmerkingen:

Rondetijd zei

Wanneer een eenzaam beroep zoals verwarmingsmonteur naar de pen doet grijpen. Ik kan me er wel iets bij voorstellen. Interessant, zo'n boekenweekgeschenk uit '39, waarin in Europa weinig aan de hand leek. Wie weet wat ze later over de huidige jaren en wat er (niet) geschreven wordt, gaan zeggen.

martin zei

Over een paar weken heb ik een bespreking van een boek dat uiterst actueel is. Het hoeft ind e literatuur niet, maar ik vind het wel fijn dat ik 'mijn eigen tijd' terug vind in een roman.